Tekstgrootte
TWEETALIG ONDERWIJS IS HET AANBIEDEN VAN EEN 2E TAAL AAN KINDEREN OP VERGELIJKBARE WIJZE ALS ZIJ DE MOEDERTAAL KRIJGEN AANGEBODEN
De pilot tpo maakt deel uit van het 'Plan van Aanpak Engels' van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Scholen krijgen hiermee de kans om in te spelen op de groeiende behoefte om eerder en meer onderwijs in een andere taal te geven. In onze globaliserende samenleving is kennis van vreemde talen belangrijk.
In 2014 is SLO begonnen met het ontwikkelen van een leerlijn TPO voor de groepen 1 en 2. Dit is gedaan voor de domeinen: mondelinge taalvaardigheid, lezen en schrijven. Op dit moment is er een complete leerlijn (in beheersingsdoelen) voor het primair onderwijs (van groep 1 tot en met 8) voor deze drie domeinen.
Tweetalig onderwijs is meer dan alleen Engels geven op bepaalde momenten. Het betekent dat het onderwijs in twee talen wordt aangeboden. In de praktijk houdt dit in dat gym, muziek en allerlei andere vakken in twee talen worden aangeboden. Vanaf de kleuters bieden wij de rekendoelen in twee talen aan. We kijken hierbij heel goed naar welke doelen er al in het Nederlands zijn aangeboden zodat we deze vervolgens in het Engels kunnen aanbieden. Ons IPC programma bieden wij in zowel het Nederlands als het Engels aan, waarbij de woordenschat centraal staat. Vanaf groep 4 worden een aantal lessen uit onze taalmethode in het Engels aangeboden. In de midden -en bovenbouwgroepen bieden wij ons begrijpend lezen aan in twee talen waarbij de te leren strategie(ën) centraal staa(t)n. Vanaf groep 1 leren wij onze kinderen de Engelse spelling en grammatica. Hierbij gaan wij uit van een aantal uitgangspunten:
In de groepen 1 en 2 krijgen de kinderen 50% van hun onderwijs aangeboden in het Engels. Dit betekent dat er maandagmiddag, dinsdagmiddag, woensdag de hele dag, donderdagmiddag en vrijdagmiddag Engels wordt gesproken door de leerkrachten. Het doel van de groepen 1 en 2 is passieve woordenschat. (Ze kunnen bijvoorbeeld een "chair" aanwijzen maar hoeven het nodig niet actief te benoemen) . Uiteraard dagen wij de kinderen spelenderwijs wel uit om Engels te praten. Wekelijks komt onze native speaker langs. Deze mannelijke pop spreekt en verstaat alleen Engels. Daarnaast zijn de kringactiviteiten gericht om Engels te spreken, boeken worden in de morgen in het Nederlands voorgelezen en in de middag in het Engels en er worden veel Engelse liedjes gezongen
De doelen die we in onze groepen hanteren zijn gebaseerd op de Nederlandse doelen. Willen we dat een kind in het Nederlands tot en met 5 kan tellen, dan willen we dat ze dit doel ook in het Engels behalen. Met de Nederlandse taaldoelen zijn we hier wat voorzichtiger mee. Rijmen wordt voor een kind bijvoorbeeld lastig in het Engels als zij de woordenschat hiervoor nog niet heeft. Doormiddel van kringactiviteiten, uitdagende speelleerwerkplaatsen en thema boeken vergroten wij de woordenschat van de kinderen. Bij de groepen 2 gaan wij aan de slag met het fonemische bewustzijn van de kinderen. U kunt hierbij denken aan het herkennen van eerste en laatste klanken (bijvoorbeeld bij “moon”) of het kunnen herkennen van het woord in de klanken M-OO-N (“moon").
Uiteraard zijn wij ons ervan bewust dat alle kinderen zich verschillend ontwikkelen. Kinderen worden gevolgd, gestimuleerd, uitgedaagd en geholpen op hun eigen niveau.
In de groepen 3 en 4 staat het leren lezen in het Nederlands centraal. We gaan daarom terug naar 40% Engels. Alle vakken (ook rekenen) wordt in het Engels aangeboden als de leerkracht de doelen al een keer in het Nederlands heeft aangeboden. Ons IPC programma wordt hierbij alleen in het Engels aangeboden.
Zodra de kinderen een hoog AVI niveau (lees niveau in het Nederlands) hebben dan mogen ze starten met het leren lezen in het Engels. In groep 3 hebben deze kinderen hierin een keuze. In groep 4 starten alle kinderen na de kerstvakantie met lezen.
Onderzoek (Van Berkel, 2014) laat zien dat wanneer kinderen woorden in het Engels kunnen lezen, ze dit ook 'vanzelf' kunnen leren spellen, maar dat dit wel enige tijd duurt voordat het zover is.
Door kinderen niet alles zelf te laten ontdekken (het 'vanzelf' leren), maar begeleiding bij het leren spellen te geven, kan het leerproces versneld worden. Met name voor de (zeer) zwakke leerlingen is dit waardevol. Het is namelijk niet waarschijnlijk dat zij vanzelf leren spellen. Voor deze kinderen is het essentieel dat het lezen in het Nederlands veel aandacht krijgt, want als dat eenmaal goed op gang gekomen is, is dat de basis voor het leren lezen in het Engels. Wij maken naast leesteksten ook gebruik van de spellingsmethode Nelson.
Kinderen vanaf groep 5 lezen drie keer per week in het Engels als ze een E4 of hoger hebben. Kinderen die nog extra zorg nodig hebben op het gebied van het Nederlands leesonderwijs (M4 of lager) lezen 1x per week Engels.
Kinderen in groep 4 die vanaf januari 2019 een E4 of hoger hebben gaan drie keer in de week samen lezen met de groep 5 en 6.
Kinderen die in groep 3 die vanaf januari een E3 of hoger hebben mogen kiezen of ze Engels gaan leren lezen.
English Benchmark is een volledig digitaal programma waarmee de deelvaardigheden lezen, schrijven, luisteren en spreken getoetst worden van tweede taalleerders Engels in de groepen 4 t/m 8. Het programma is opgedeeld in levels (gekoppeld aan jaargroepen) en per level worden er twee diagnostische toetsen afgenomen.
English Benchmark geeft antwoord op vragen als: Hoeveel beter wordt het Engels van een kind in een bepaalde periode en hoe verloopt de ontwikkeling van de deelvaardigheden. Daarnaast maakt het een koppeling naar Big English. Aan de hand daarvan kunnen leerkrachten bepalen welke zorg of verdieping de leerlingen nodig hebben.